kartel-vertical

‘Je kunt een vrouw wel uit de wind halen, maar de wind niet uit haar haar.’

Yanaika Zomer is een kustwijf, een vrouw van strand, geboren en getogen in Den Helder. Alleen in deze stad hoopt ze op een dag nog dood gevonden te gaan worden. Ze is zelfstandig journalist, schrijver, dichter én stadsdichter van Den Helder. In mei 2022 won zij de eerste prijs tijdens het Groot Gouds Stadsdichtersgala, stond het jaar daarop opnieuw in de finale. In september 2023 plaatste ze zich voor de finale van het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam. Haar debuut ‘U heeft nog 43 ongelezen gedichten‘ kwam in januari 2024 uit bij uitgeverij Proces-Verbaal. 

‘Wie niet waait die niet wind.’

De beste wensen

‘De beste wensen!’ riepen wij elkaar weer toe,
van een afstand vaak en ‘van hetzelfde!’
‘Gelukkig Nieuwjaar nog, hè!’
En gelukkig was je vooral als je pas
beginnen moest nadat het ongemak verstreken was
van handen schudden of toch zoenen
met Bert van financiën en die nieuwe van HR.

En het was wel goed bedoeld natuurlijk, al
voelden we ons licht verplicht. Zo beleefd
leefden we langs elkaar, ook dit jaar weer
al onze contacten in Whatsapp geselecteerd
voor een welgemeend GIFje van een sneeuwlandschap
met witte glitters en dezelfde tekst voor iedereen.
Soms verstond ik de zondvloed. ‘Veel voorspoed
en gezondheid en zoek het verder zelf maar uit.’

We namen ons voor betere mensen te worden,
mensen die fit zijn en niet roken, mensen die mediteren
en we manifesteren ons een jaar waarin we doelen behalen
en geslaagd zijn. Míjn zelf verwerkelijkt, want ik ben het waard.
‘Veel geluk ermee! Dit wordt helemaal jóuw jaar!’

Ik kén mijn privileges. Mijn geboorte op de juiste grond,
gezond en blond en hooguit een keer gepasseerd omdat
ik vrouw ben, maar nooit om mijn achternaam of een
lichaam dat niet aan de norm of vorm voldoet die
volwaardig wordt geacht. Ik hoefde nooit te wachten
bij de voedselbank of op mijn recht om hier te blijven. Ik
hoef het lijf van mijn kind niet, ver van jouw bed,
in linnen lakens te begraven. Ik krijg nooit vragen over
mijn afkomst, ik werd nooit weggestemd. Ik bén al een gelukkig mens.
Wens me gerust het beste, maar vraag je af wat het betekent.

Ik wil een beter mens zijn. Ik wil dunner zijn en succesvol,
ik wil stoppen met alcohol en minder geld uitgeven.
Ik wil bewuster leven en op zoek naar mezelf.
Maar wat heb ik een geluk dat ik me druk kan maken
om niks, juist doordat ik alles heb.

Kunnen we ons voornemen niet ten onder te gaan
aan onszelf? Niet aan vernauwde blikken, niet aan dikke
ikken en het eigen volk als eerst? Niet aan ‘wie nu leeft,
die nu zorgt’, alsof morgen niet bestaat?
Zullen we niet op de eigen vierkante meter blijven?
Niet zwijgen wanneer we onrecht zien? Misschien
verder kijken dan deze generatie of een god
die in zíjn boekje anders heet dan die van haar? Waar
is de menselijkheid als het bij wensen blijft? Als we het jaar
inluiden met uitgeholde spreuken, maar het vermogen verliezen
elkaar te horen? Verloren woorden als we weinig doen
dat een ander leven beter maakt.

Mag ik ons het allerbeste wensen? Een betere mensheid te zijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lees meer

Zwerf

Lees meer

Klimroos

Er woont een meisje in mij, ik denk sinds
mijn geboorte, maar misschien al ver daarvoor.
Vijf jaar oud is zij, haar gouden krullen raakten diep
verstrengeld in mijn genen, haar appelwangen
veel meer aan de oppervlakte doorgegeven in mijn lach.
Ze droeg die dag een witte strik en een jurk van broderie.
Ik zie haar voor me in potlood. Een zilvergrijs meisjesportret,
met de trekken van mijn oma.

Haar naam was Martha. Het kind dat
na die dag voor altijd vijf zou blijven
en toch nog generaties doorgroeide
als een klimroos in bloei, die haar weg vond
in de wortels van mijn grootmoeder,
via mijn moeder, door mij en iedereen die
na ons komt. Zich altijd rond ons kronkelt,
zodat het niet vergeefs was. Zodat we niet vergeten.

Ik herinner mij het kind dat ik nooit gekend heb
en toch bij ons aan tafel zat. Wat mijn oma vertelde
en meer nog wat ze niet zei. In mei, als we stil moesten zijn
en ik uit alle macht herdacht waar ik niet aan durfde denken,
zodat oma zag dat ik hielp met dragen. Vandaag
denk ik nog steeds aan haar en hoe ze werd gemist,
begraven in een sinaasappelkistje. Ik wist van de foto,
in een schoenendoos op zolder, dat dode meisjes
niet meer lijken op hun zilvergrijs portret.

Onze Martha
is jullie Peter is uw Saul is jouw Elsa
is jullie Moshe is jouw Klaartje is uw Jacob.
Verloren, verdwenen, vermoord. Zette rouw zich voort
in ons DNA, omdat die na de nabestaanden bleef groeien
voor een kind dat zelf niet opgroeien mocht.
Een klimroos zocht voor hen het voortbestaan.
Dus zeg hun namen, blijf ze noemen. Laat hun bloemen
bloeien in alles wat we doen. En voel het ongemak.
Laat hun doornentakken prikken onder onze huid,
zodra we onrecht zien. Zodat het niet vergeefs was,
zodat we niet vergeten.

Lees meer

Versnipperd

Ergens moet een bak confetti staan.
Daar dacht ik aan toen ik in mijn vroege jeugd
eens naast mijn vader op mijn tenen in sandalen
aan een balie stond en een vrouw met doffe klap
drie kleine rondjes door zijn oude paspoort joeg.
Ik vroeg hem wat ze daarmee deden
en of het wel eens feest was in dit huis.

Dat er getrouwd werd vertelde hij
en dat hij hier geweest was om te melden
dat ik gezond en wel ter wereld was
en wat mijn naam. Ergens moest een bak
confetti staan. Dat wist ik nu wel zeker.

En het leek erop dat alles leuk was hier,
maar later begreep ik beter dat ook de dood
of schuld, ziekte of je status, een scheiding
van tafel, bed of plastic afval
je naar dit huis kon voeren
of anders wel de democratie,
wat papa nou precies met bureaucratie bedoelde
en dat een stad in tweespalt kan raken
als het huis verhuizen moet.

Ergens moet een bak confetti staan
van snippers stadsgenoot. Flinters
Nieuwedieper in pastel gestanst papier.

Hier geboren en getogen,
aan komen waaien of juist op zoek geweest
naar een beter bestaan. Hun namen
Bais en Kraak, Mahieu, Lewakabessy,
Ramautar, Mendèz en Benali,
de baliedames, -heren ramden keer
op keer de confetti uit hun verlopen pas.
Van de man die zelf wist wie hij was,
terwijl op zijn ID nog altijd een V’tje stond.
Rondjes identiteit van wie verspreid door de stad,
zo anders en toch Helders is.

En nu dit huis dan toch verhuisd is,
er feest is, wat geweest is achter wordt gelaten,
denk ik weer aan die confetti
en hoe verdeeld we raakten over deze plek.
Jaren na vandaag zullen we snippers
blijven vinden van tegen en voorstanders
of anderszins van mening dat het nodig/
overbodig was.
En dan houd ik van deze stad.
Iedereen verschilt, maar niemand onverschillig.
Jutters vínden dingen, het zit al in hun naam.
Ergens moet een bak confetti staan,
om te vieren wie we zijn.

Lees meer

Veerkracht en Stroomlijn

Vanuit Den Helder

VEERKRACHT

Het begint al op de boot. De overkant.
Stad en land dat achter ligt, het vooruitzicht op een eiland.
Het weiland wacht, het strand, maar meer dan dat de rust
Van kust aan alle kanten.
Wie er uitwaait vindt een tweede thuis,
wie er huiswaarts gaat mag uit.
Vooruit, laat los wat vasteland is, nog voor het veer lost laad je op.
Kalmte in De Kop laat zich steevast vinden,
waar de stad zich met het wad verbindt.

Yanaika Zomer,
stadsdichter Den Helder

Vanaf Texel

STROOMLIJN

Het welkom klinkt. Het Hoornder kerkje zwaait ons uit,
blozend lonkt de Lange Jaap. Hun stralen raken
waar ruimte is en lucht. De tussentijd geeft kans
om uit te kijken, met helder zicht de horizon
verkennen, de zee te proeven. De stad trekt
harder dan het tij. Het veer vaart het verband,
brengt eiland bij vastenland; golven overbruggen.
Wat blijft is het verlangen naar nieuw beleven
en terug te komen. Het begint al op de boot

Fiet van Beek,
eilanddichter Texel

Lees meer

Foon

Bel je me?
Ik vertel je dichter bij me,
rijm je zin in deze dag.
Mag ik je woorden geven?
Even tussen regels door.
Hoor maar.
In gedichten ben ik bij je.
Jij draait en ik draag voor.

Lees meer

Stadspoëzie

Yanaika schrijft over grote en minder grote gebeurtenissen in de stad. Zo droeg ze voor bij de 4 mei herdenkingen en ter ere van de Jutters die we verloren tijdens de pandemie. In opdracht van City Marketing Den Helder schreef ze een ode aan het landschap en in haar gedicht Jaap probeerde ze eigenhandig de karakteristieke vuurtoren overeind te houden. Haar werk ‘Ze wacht’, hangt in het Dorus Rijkers Reddingsmuseum.

Inhuren

‘Vandaag schreef ik drie gedichten, geschiedenis en een oude kennis af.’ Yanaika is niet alleen in te huren voor schrijfwerk, maar ook voor workshops, voordrachten, presentatiewerk, dagvoorzitterschap en voice-overs.

Workshops

Yanaika geeft poëzieworkshops op maat aan particulieren, bedrijven en op scholen.

Een idee

Een goed idee voor een stadsgedicht, poëzieproject of een mooie tekst in de openbare ruimte? Laat het Yanaika weten.