Versnipperd
Ergens moet een bak confetti staan.
Daar dacht ik aan toen ik in mijn vroege jeugd
eens naast mijn vader op mijn tenen in sandalen
aan een balie stond en een vrouw met doffe klap
drie kleine rondjes door zijn oude paspoort joeg.
Ik vroeg hem wat ze daarmee deden
en of het wel eens feest was in dit huis.
Dat er getrouwd werd vertelde hij
en dat hij hier geweest was om te melden
dat ik gezond en wel ter wereld was
en wat mijn naam. Ergens moest een bak
confetti staan. Dat wist ik nu wel zeker.
En het leek erop dat alles leuk was hier,
maar later begreep ik beter dat ook de dood
of schuld, ziekte of je status, een scheiding
van tafel, bed of plastic afval
je naar dit huis kon voeren
of anders wel de democratie,
wat papa nou precies met bureaucratie bedoelde
en dat een stad in tweespalt kan raken
als het huis verhuizen moet.
Ergens moet een bak confetti staan
van snippers stadsgenoot. Flinters
Nieuwedieper in pastel gestanst papier.
Hier geboren en getogen,
aan komen waaien of juist op zoek geweest
naar een beter bestaan. Hun namen
Bais en Kraak, Mahieu, Lewakabessy,
Ramautar, Mendèz en Benali,
de baliedames, -heren ramden keer
op keer de confetti uit hun verlopen pas.
Van de man die zelf wist wie hij was,
terwijl op zijn ID nog altijd een V’tje stond.
Rondjes identiteit van wie verspreid door de stad,
zo anders en toch Helders is.
En nu dit huis dan toch verhuisd is,
er feest is, wat geweest is achter wordt gelaten,
denk ik weer aan die confetti
en hoe verdeeld we raakten over deze plek.
Jaren na vandaag zullen we snippers
blijven vinden van tegen en voorstanders
of anderszins van mening dat het nodig/
overbodig was.
En dan houd ik van deze stad.
Iedereen verschilt, maar niemand onverschillig.
Jutters vínden dingen, het zit al in hun naam.
Ergens moet een bak confetti staan,
om te vieren wie we zijn.